Out of African Uganda - Reisverslag uit Masaka, Oeganda van Hub en Wies Cox - WaarBenJij.nu Out of African Uganda - Reisverslag uit Masaka, Oeganda van Hub en Wies Cox - WaarBenJij.nu

Out of African Uganda

Door: Hub

Blijf op de hoogte en volg Hub en Wies

25 Mei 2014 | Oeganda, Masaka

Out of African Uganda.
There will Be More than Be-More.

Vrijdag 16 mei onze eerste dag als toerist.
Zoals bij ons BeMoreweblog al vermeld, zitten we vanaf vandaag op Banda Island, zo'n drie uur van de kust, als je dat zo zou kunnen zeggen bij het tweede grootste meer van de wereld.
Weinig luxe maar veel natuur en genieten. Veel vogels, varanen die komen zonnen, allerlei roofvogels, honden, kippen en .......Miss Piggy, een nieuwsgierig, rose varken van bijna een meter hoog. De dames moesten er niet veel van hebben. Piggy was als big in een keer uit het niets verschenen en na wat rondvraag bleek die gek genoeg geen eigenaar te hebben. Er blijkt dus dat er nog andere mensen op dit eiland wonen; aan de andere kant, zo'n anderhalf uur door de jungle.
Zwemmen zou wel kunnen volgens Andrew, maar hij kon niet uitsluiten dat er toch een kans was op bilharzia. Met als gevolg dat er niemand in het water durfde.
Even wat verder rondgelopen op onze vrijplaats, het kasteeltje bezocht en bij Andrew de achtergrond achterhaald. Het lijkt wel alsof we in een film zitten. Een verslaafde Mzungu, die al langer op dit eiland vertoefde, had tijdens een zwakke periode een brainwave gekregen dat hij dit kasteeltje moest bouwen en is er bij wijze van spreken daags erna mee begonnen. Wies en ik mochten er vrij rondkijken en het "dak" op om de ondergaande zon te aanschouwen.
Het was al gauw avond en tijd om te eten. In de "dining" hadden we opgespaard zonlicht, evenals in de bamboestookdouche en op de toiletten. Na het eten was het bonfire al aan en zaten we met een pilsje en een wodka in het donker bij een vuurtje te genieten. Wat wil een vrije slaaf nog meer?
Bij onze hutten stond ondertussen een kerosinelamp te stinken.
Don't mention the waka.

Zaterdag 17 mei.
De dag begint met regen en bewolkt. Geen zin om met de koude voeten op het koude zeil te gaan. Om 9 uur ontbijt en daarna de hangmat in om te lezen of te dutten. Wat kun je zoal doen op een bijna onbewoond eiland. Nadat de zon het strandje naast ons verwarmd had, kwamen er 3 varanen zonnen. Een was zeker een meter lang. Varanen zijn normaal schuw, maar als ze uit zijn op een prooi bijten ze die bijv. in de poten en hoe groot de prooi ook is, de bacteriën uit hun speeksel zullen de prooi besmetten en dat zal binnen korte tijd (dagen) tot uitputting en dood leiden. Ik heb in het voorjaar op TV gezien hoe ze een buffel te pakken namen. En voordat zo'n beest dood was, waren ze het al aan het opeten. Dus toch maar oppassen hier. Wies heeft intussen haar idee om ooit echt op een Expeditie Robinson-eiland te vertoeven al naar beneden bijgesteld. Misschien is een Bounty Island een beter idee.
Rond drie uur met Andrew, Wies en de twee andere nieuwe Nederlanders Erwin en Vera de jungletocht van een uur aanvaard. Andrew met kapmes voorop, ondertussen wijzend op de junglegevaren, op de vele mieren die overal overstaken en op de vele spinnenwebben met tientallen grote spinnen. Na 5 minuten al een overstekende varaan. Na een half uur de top van het eiland met een mooi overzicht over zee en de andere eilanden. Dan de afdaling naar de andere kant. Toen we het primitieve dorpje inkwamen stormden de kinderen op Andrew af. Mooi om te zien.
De volwassenen op hun beurt groetten ons nauwelijks. De kinderen ontdekten ons, de nieuwkomers ook al gauw als nieuwe speelkameraad en van het een kwam het ander. Ronddraaien als een carrousel met 2 kinderen, terwijl we door het dorp liepen. Andrew liep dan eens daar naar binnen en dan weer even een hut waarin een pooltafel stond. We voelden ons toch niet helemaal op ons gemak, omdat de volwassen meestal nors keken en niet zoals in de buurt van Masaka vriendelijk groetten. Wellicht was het toch een soort aapjes kijken van ons. We liepen tot het eind van het dorpje waar een haventje lag.
Andrew had een zak met ketsstenen mee waarmee de jeugd over het water kon scheren. Grootste lol totdat een kleintje -na wat ruzie - in het diepere water viel. Niet kunnende zwemmen natuurlijk en na een keer kopje-onder werd hij er door Andrew uitgevist. Dikke snotterbellen en schreeuwen en huilen. De lol was er voor hem helemaal vanaf. Wij maar terug door het dorp. De jeugd wilde nog van alles maar werd toch steeds lastiger, ook naar elkaar toe en de volwassenen zagen ons nauwelijks. Rond vijf uur waren we "gelukkig" het dorp uit, nadat we ons van de jeugd hadden ontdaan. Terug door de jungle naar onze eigen luxe. Warme douche en dinner. Heerlijk. Andrew wijst op een lichtpartij heel ver in de Afrikaanse donkerte boven het meer. Het blijkt de woning van president Museveni in Entebbe te zijn. Daar hadden we de eerste dag in Entebbe 4 weken geleden al iets van gezien. Weer een kampvuur en niet al te vroeg naar bed.

Zondag 18 mei.
De 3 vrijwilligersmeiden van Be-more gaan vandaag zonder ons terug. Wij blijven tot maandag. Het blijkt geen goede dag voor vertrek, want het onweert behoorlijk. Met regenponcho's en plastic om hun bagage droog te houden vertrekken de dames in een kleine snelle kano. Wij gaan met ons vieren ontbijten en om elf uur komt kanokapitein Vincent met een grotere boot terug om Erwin en Vera naar Kasenji te brengen, 2,5 uur varen richting Entebbe.
Nu waren we bijna echt alleen. Met Andrew erbij waren we de enige 3 Mzungu's, daarnaast ongeveer 4 Uganda staf. Samen met Andrew verder de dag doorgebracht en wat kennis en verhalen uitgewisseld. Daarna samen diner en kampvuur. Wel zo gezellig.

Maandag 19 mei.
Maandagmorgen weer slecht weer, maar gelukkig klaart het sneller op dan zondag. Om kwart over negen steken we over naar het hoofdeiland. Wel nat geworden maar we waren veilig over.
Daar eerst een kwartier door de semi jungle lopen, dan een pikipiki naar de taxistandplaats en toen na lang wachten werden wij in een taxi gepropt. Net voor ons was een gewone Toyota weggereden met 14 personen erin. Ik geloof 2 kinderen en de rest - 12 volwassenen - zat ergens ingepropt. De chauffeur kon nauwelijks schakelen. 5 man op de voorbank. Omdat er ook nog wat voorkruipers waren geweest, waren wij wat aan de late kant, maar kennelijk moest iedereen op de veerboot van twaalf uur. De volgende zou namelijk om half drie vertrekken. Wies en ik tamelijk luxueus samen op de voorstoel. De chauffeur zelf had ook nog iemand op zijn stoel erbij. Na de eerste stop na 5 minuten verhuisde er een kind van de achterbank naar Wies op schoot. Waarom? Daar kwamen we binnen een paar minuten achter. Er werd namelijk meegedaan aan de Parijs Dakar rally vanaf dat moment. Met gemiddeld 60 km per uur racete onze pilot over de meer dan heel slechte weg met de potholes, sleuven of waren het sloten dwars over de weg en de rotsen. Onverantwoord. Het jongetje zou op de achterbank dood geperst zijn door al die op- en neer stuitende volwassenen. Gelukkig had ik een jas van iemand gekregen om op te zitten, anders had mijn stuitje het niet gered op de handrem. Zelf had ik wel moeite om mijn draai te vinden, maar op de een of andere manier zat ik toch wel stevig. Ik denk dat een auto met zoveel mensen erin wel een betere wegligging heeft door het grotere gewicht. Ik was toch wel steeds bang dat de deur zou openspringen. Onverantwoord zoals die man reed. Er had maar iets over de weg hoeven te komen of een fietser of naderende auto had maar even te laat hoeven te reageren en we hadden de grootste ongelukken gehad. Toeterend vlogen we de laatste 10 km over de modder, door de potholes, de gleuven en door de modderpoelen. Het modderwater spatte op of door onze open zijramen naar binnen en ook een keer voluit op onze voorruit. De ruitenwissers konden het zicht nauwelijks verbeteren. Logisch als je alleen maar modder op de ruit hebt. Als autotechnicus maar ook als leek snap ik nog steeds niet dat een auto met 10 man erin over zo'n slechte weg zo hard kan gaan. Een tweedehands Toyota uit Japan? Iedereen rijdt in zo'n kar en bijna overal over slechte wegen en overbeladen. Ik denk dat ik Toyota maar eens een brief moet schrijven over hun prestatie met de complimenten uit Afrika.
Om kwart voor twaalf had ik al het idee dat we het niet zouden halen. De gek ging steeds harder rijden en gek genoeg durfde ik hem niet te vragen of hij wat voorzichtiger kon rijden. Om drie over twaalf vlogen we door het nog net niet gesloten bewakingshek de steiger op en konden we net nog het veer op. Een film van Louis de Funes was er niks bij. Ik was in de veronderstelling dat we voor 2000 shilling pp mee mochten maar meneer de gek vroeg veel meer. Hij was ook in de veronderstelling dat we tot Masaka mee zouden gaan. Niet dus. Na wat strijd me maar gewonnen gegeven en het volle pond van 15 duizend ieder betaald. De achtbaan op een kermis of in Porto Aventura is per slot van rekening duurder. En we hadden het toch maar gehaald en ook nog eens overleefd. Aan de overkant wachtte onze private driver George ons op en in een rustig vaartje ging het met nog een extra dame aan boord richting Masaka. Na 10 minuten werden we al weer voorbij gescheurd door de rallyrijdergek. Hij had weer een volle bak.
Bij het binnenrijden van Masaka wilde George zijn auto gaan wassen, want die was toch wel erg smerig geworden. Ik zag direct een kans om dan maar een klein uurtje te gaan internetten. Om vier uur waren we op de way back en werd ik gebeld door Edith dat Joseph uit Masaka er al was. Om half vijf waren we thuis en stond het welkomstcomité aan de poort. Ook Leonie en Ine, twee nieuwe Be-More-vrijwilligsters waren er. Caphas zelf was er niet. Even Joseph Sekiku uit Tanzania begroet en wat rondgekeken. Ons huis was al ingepikt en was in een keer niet meer ons huis. Na wat rondgekeken te hebben even met Joseph gesproken. Hij bleek al op zondag aangekomen te zijn. Foutje van hem maar het ergste was dat hij vandaag maandag dus terug moest naar Tanzania, want hij moest dinsdagmorgen weg naar Dar es Salaam. In een keer werd ons plan en programma helemaal waardeloos. Hem een rondleiding geven en alles toelichten, rustig pakken en rustig afscheid nemen was er niet meer bij. Zo kwaad als het ging alles maar verzameld en bij hem in de auto gegooid, wat kusjes uitgedeeld en geknuffeld met iedereen en zonder Caphas en Siraje nog gesproken te hebben, waren we om vijf uur al Kinoni uit. Tanken en de weg naar de grens op. Ergens na een goed uur rijden even een stadje in en met wat yoghurt als avondeten de grens over. Net toen het donker was kwamen we er aan. We kregen snel onze uitreisstempel en zochten daar in de drukte onze weg naar de Tanzaniaanse grens. Ook hier werden we relatief snel geholpen al was het hier heel wat primitiever. Na wat zoeken Joseph teruggevonden en doorgereden het donkere Tanzania in. Na een half uur en 30 km rijden kwamen we bij de oude grens uit. In de dagen voor het koloniale tijdperk was hier de grens geweest. Hier ligt een stammengrens en tevens de taalgrens van de Buganda en de Haya. Wat benzine en geld getapt en verder de rust van Tanzania in. Na weer een uur sloegen we linksaf de dirtroad naar Mugana in. Na nog een uur en een afslag in het gat Mugana, the place to be, kwamen we rond half negen in het stikkedonker bij het klooster van de Sisters of Theresa aan. Na een kwartier bellen en telefoneren werd er door twee meisjes open gedaan. Uiteindelijk verscheen Sisters Liberatha met de sleutel van het Jos en Lineke-house. Ze maakte wat soep voor ons en met wat droog brood vulden we onze magen. Daarna nog met Joseph een uur over zijn ideeën en mijn kennis van renewable energy en natuurlijk de Waka gesproken. Aangezien hij morgenvroeg naar Dar es Salaam moest afgesproken dat we elkaar zaterdagmiddag wat uitgebreider zouden spreken.
Wat een dag wat een hectiek en helaas wat een slecht afscheid in Kinoni.

Dinsdag 20 mei.
Heerlijk geslapen want geen knocking birds hier en om half negen ontbijt. Even een dagje uitrusten was het plan. Onze hulp in de huishouding heet Editha. In Kinoni was het Edith die ons vaak het eten bracht, hier dus Editha. Na met sister Liberatha onze eetwensen en tijden opgesteld te hebben wat in de buurt rondgewandeld. De kerk, de scholen, de Mariakapel -eigenlijk het Lourdes van Afrika - de jeugd, de pelgrimswinkel, de verplegersopleiding, het ziekenhuis, het dorp, de oude kerk, de maïsmolen voor ugalli op de hoek; alles in twee uurtjes bekeken.
Wies vindt het allemaal maar niks. Ze had eigenlijk rust verwacht in een iets luxere omgeving.
Spannend is het niet of het moet zijn dat we nu helemaal alleen in het grote complex zijn en we ons toch afvragen hoe veilig het allemaal is, zover van de bewoonde wereld. De vier zusters kunnen als het er op aan komt ons ook niet beschermen. Sister Liberatha vertelde ons trouwens dat de kerk gesloten was omdat de moslims anders te makkelijk binnen konden komen en er al eerder wat vernield was. El Shabaab in het klein in je eigen voortuin als het ware. Alles goed afgesloten en naar bed in kamer 1, die natuurlijk ook goed afgesloten werd.

Woensdag 21 mei.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Hub en Wies

Actief sinds 06 April 2014
Verslag gelezen: 952
Totaal aantal bezoekers 2836

Voorgaande reizen:

18 April 2014 - 27 Juli 2014

Be more Pelido Uganda en verder

19 Mei 2014 - 25 Juni 2014

Part 2

21 April 2014 - 20 Mei 2014

Uganda

Landen bezocht: